Is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) nodig?
Geen VOG
Er is geen VOG nodig indien dit niet wettelijk verplicht is, niet is opgenomen in de CAO-afspraken of de werkgever geen VOG van de werknemer verlangt. Voor geestelijk verzorgers in de thuissituatie geldt die verplichting niet maar wordt een VOG wel aanbevolen.
Verplichte VOG
Met de invoering van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) die per 1 januari 2016 in werking is getreden, is voor een aantal branches een VOG verplicht: zorgorganisaties die actief zijn in het domein van de Wet Langdurige Zorg zijn verplicht vanaf 1 januari 2016 nieuwe werknemers en andere arbeidskrachten (uitzendkrachten/ZZP-ers) een Verklaring Omtrent het Gedrag te vragen. Deze verplichting geldt niet voor vrijwilligers en mantelzorgers.
Niet verplichte VOG
In andere situaties kan de werkgever zelf bepalen dat een VOG verplicht is bij de aanstelling voor een functie of het uitvoeren van taken. Hoewel dit dan niet wettelijk verplicht is, dient de werknemer dan wel een VOG te overleggen.
Geldigheidsduur verplichte VOG
Voor de verplichte VOG vanuit de Wkkgz geldt dat de VOG bij aanstelling van nieuwe medewerkers niet eerder afgegeven mag zijn dan 3 maanden voor het tijdstip waarop de betrokkene voor de zorgaanbieder ging werken.
Geldigheidsduur niet verplichte VOG
Indien de VOG niet verplicht is maar wel gevraagd vanuit de werkgever, geldt er geen wettelijke geldigheidsduur. De VOG is een momentopname. De aanvrager van de VOG, meestal de werkgever, bepaalt hoe recent de VOG moet zijn.